Er zijn verschillende soorten retrofit-situaties. Het totale controlesysteem is een centraal onderwerp om te evalueren. Het startpunt ligt echter meestal op het niveau van de mobiele bediening van het voertuig. De eerste vraag is, wat heeft een retrofit nodig en hoe zal de retrofit worden geïmplementeerd. Wordt het een retrofit in één stap, een gedeeltelijke of geleidelijke retrofit, of alleen vervangingen voor defecte componenten?

Eerste essentiële vraag, wat voor soort mobiele besturing is er en wat doet het?

TRIAC Controls 83x/84x zijn een typisch voorbeeld van een retrofit-product. Het aantal geïnstalleerde systemen met TRIAC-besturingen is nog steeds aanzienlijk. Veel van de oorspronkelijke fabrikanten zijn niet langer actief of hebben hun overeenkomstige productlijnen stopgezet. Onze TRIAC-controles maken retrofits van onze eerdere TRIACS mogelijk en kunnen de meeste TRIACS van andere oorsprong vervangen. Positief neveneffect is het ontwerp op basis van de vandaag beschikbare componenten, waardoor de levensduur aanzienlijk wordt verlengd. Basis voor voortzetting van geïnstalleerde material handling-systemen wordt gegeven, beschikbaarheid van dan reserveonderdelen is up-to-date.

Onze LJU Mobiele Bedieningssystemen 87x/88x en 89x vormen de basis voor het achteraf inbouwen LJU Mobiele Bedieningssystemen d.w.z. serie 6. Alle functionaliteit die door deze series wordt geboden, kan ook door de 8-serie worden geleverd. Er moet een specifieke evaluatie worden gemaakt van mechanische en elektrische aspecten en softwarefunctionaliteit. Doorgaans zijn er opties voor volledige retrofits respectievelijk vervangingen en voor gradiënt-retrofit-overgangen, met gemengd gebruik van LJU Mobiele Bedieningssystemen van verschillende series. Tegelijkertijd kan het achteraf inbouwen van mobiele besturingen van andere oorsprong een optie zijn. Een verificatie op volledig systeemniveau is echter meer dan noodzakelijk, omdat veel verouderde andere bedieningselementen een verminderde functionaliteit en technische mogelijkheden hebben. De habitat waarin mobiele controles worden uitgevoerd, bepaalt verder de retrofit-verzoeken.

Voor het achteraf inbouwen van onze eigen TRIACS of Mobile Controls is alleen een duidelijke installatiereferentie nodig om een verificatie te starten. Voor installaties met mobiele besturingen van andere oorsprong is uitgebreide informatie over de originele uitrusting, het systeem en de gerealiseerde functionaliteit verplicht om de retrofit-opties te verifiëren. Het ontwerp, de modulariteit en de veelzijdigheid van onze besturingen bieden echter een goede kans. De beoogde retrofitprocedure definieert vervolgens alle verdere stappen en de opzet van de toe te passen maatregelen.

FAQs

Veelgestelde vragen

Wat zijn typische retrofit-situaties?

Een scenario zijn installaties die draaien op besturingstechnologieën die verouderd zijn, terwijl het gaat om nieuwe installaties, maar die het werk nog steeds prima doen in de installed base. Hier is het retrofit-verzoek meestal vervanging door componenten die produceerbaar en continu produceerbaar zijn voor nog een aantal jaren, met dezelfde functionaliteit in de toepassing. In eenvoudige gevallen zijn functionaliteit, interfaces, etc. bekend. De complexiteit neemt toe als het gaat om het achteraf inbouwen van componenten van derden, d.w.z. wanneer de oorspronkelijke fabrikant failliet is of zijn componenten niet meer onderhoudt. Met bijpassende expertise op het gebied van besturingen en toepassingen hoeft het nog steeds niet per se een crashsituatie te worden.

Een andere retrofit-situatie doet zich voor wanneer de functionaliteit moet worden geüpgraded terwijl het grootste deel van de installatie behouden blijft, of wanneer belangrijke elementen, zoals bijvoorbeeld een datatransmissiesysteem, om welke reden dan ook moeten worden vervangen.

Wat is een typisch retrofitproces?

Het begint altijd met het analyseren van de installed base met betrekking tot functionaliteit, bedrijfsparameters, ervaring van de operator en dergelijke. Op basis van de geëvalueerde eisen begint de selectie van retrofit-opties. Als een retrofit-oplossing is ingesteld, wordt meestal een verificatiemonster opgezet en idealiter getest in de lopende installatie. Als de retrofit wordt geëvalueerd, kan de productie van start gaan. Snelkoppelingen zijn mogelijk als de installatie precies bekend is, maar als het gaat om retrofits van componenten van derden, is het aan te bevelen.

Retrofit-componenten kunnen daarna worden toegepast met verschillende benaderingen, vervangingen op aanvraag, retrofitten van defecte componenten, geleidelijke vernieuwing, retrofits in geplande verwerking of retrofits op grotere schaal, d.w.z. tijdens een productierem. Bij complexere retrofits kan het zelfs nodig zijn om oude en nieuwe retrofit-oplossingen parallel te gebruiken, d.w.z. wanneer een datatransmissiesysteem in de loop van de tijd moet worden vervangen, maar mobiele bedieningselementen niet in één stap moeten worden aangepast. Gemengde bewerkingen van oude en nieuwe retrofitten van mobiele besturingen in een systeem zijn vrij gebruikelijk, omdat kalenders of budgetten dit verplicht stellen.